Composteren — Tips
- Wat heb je nodig?
- · Voor de kleine tuinen zijn vaten ideaal. Kies zomogelijk een dubbelwandig exemplaar, waar lucht voor een betere temperatuurregeling zorgt.
- · Voor de grote tuinen zijn een paar ‘ bakken’ van 1m3 uitstekend, want die zijn handig om om te zetten. Je kunt ze handig maken van pallets. Een verwijderbare voorkant is handig. Een deksel of afdekzeil is nodig bij heel nat weer of wanneer de compost afrijpt of klaar is voor gebruik.
- · Een composthoop bouw je direct op de grond; een vat zet je op een vlakke ondergrond die goed doorlatend is, op enkele tegels die 5 cm uit elkaar liggen.
- Wat mag er in?
- · Plantenresten
- · Grasmaaisel (geen dikke pakken)
- · Onbewerkt houtafval
- · Zaagsel (weinig)
- · Houtas (weinig, van onbewerkt hout)
- · Eierschalen
- · Theezakjes en koffiedrab
- · Mest van koe, paard, konijn, kippen
- · Gehakselde takken, twijgen en blad
- Wat mag er niet in?
- · Aarde, zand
- · Zieke plantenresten
- · Wortels van wortelonkruiden
- · Onkruid met zaad
- · Oud brood in geheel
- · Gekookt keukenafval
- · Vleesresten
- · Poep van hond, kat
- Wat moet je (niet) doen?
- · Meng keukenresten en tuinresten met gelijk volume
- · Maak het materiaal fijn
- · Als het materiaal droog is, dan natmaken (vochtgehalte controleren door een handje compost fijn te knijpen; komt er een druppeltje water uit dan is het goed)
- · Prik regelmatig met een stok een aantal malen door de compost (luchten)
- · Vermijd dikke lagen van dezelfde soort (eerst mengen)
- · Dek in de winter de compost af
- · Prik in een oude periode niet met de beluchtingstok
- · Oogst de compost met regelmaat (3 maanden) als het kruimelig en bruin is en ruikt naar bosgrond
- · Zet het compost materiaal in een bak om zo vaak als je wil, dat bevordert het proces, waarbij de temperatuur kan oplopen tot 60 ◦ C