Tuin 69- Cees en Corrie Verkerk

‘Even voorstellen …’      

  

Kees en Corrie Verkerk, tuin 69

Ook op de warmste 24e augustus ooit gemeten, bivakkeren Kees en Corrie Verkerk, beiden nog vitaal,

op hun tuin. Zij wonen er gedurende de zomermaanden in hun tuinhuis, met de Griekse naam Panta Rhei, wat betekent: Alles stroomt. Dat verwijst o.a. naar

Kees’ vroegere werk in de elektriciteitsbranche. Corrie was in haar werkzame leven resp. tandartsassistente en secretaresse van de afdeling hart- en

vaatziekten in het UMCU.

kees

 

Hun huisje is van alle gemakken voorzien en de kleindochter kwam pas nog logeren. De

regenmeter geeft ruim 30 mm regen aan, slechts drie dagen eerder gevallen. De

pruimenbomen hebben door de overvloedige regen van dit seizoen de geest gegeven,

‘maar zo gaat dat nou eenmaal, de natuur neemt en geeft’. Kees ergert zich aan mensen

die langs de tuinen lopen en roepen: ‘Dat wil ik ook, maar zich niet realiseren dat het

veel werk is. Je blijft hier altijd bezig’, aldus Kees. Zij houden samen de tuin op orde,

ondanks dat zij 80-plussers zijn. Het wordt me al snel duidelijk dat hun verhaal niet op

één A-4tje gaat passen, want Kees en Corrie schetsen een mooi beeld van het ontstaan

van, en wat er zoal kwam kijken bij de ontwikkeling van Nieuw Leven …

 

Op welke tuin tuinieren jullie, sinds wanneer?

‘Wij zijn hier op no. 69 al vanaf het ontstaan van het complex. Maar het is onze derde

tuin. Het eerste complex, met de vreemde naam Onder Ons, bevond zich waar nu het

Driestar College staat. Door de stadsuitbreiding moesten deze tuinen wijken, evenals

andere complexen in Gouda, in totaal ongeveer 500-600 tuinen. Ik had door mijn werk

bij het GEB Gouda (en later bij ENECO), mijn betrokkenheid bij de politiek en de

vakbond, veel relaties in Gouda en dat hielp enorm om dingen voor elkaar te krijgen.

Er werd aan de Achterwillenseweg een weiland ter beschikking gesteld, compleet met

één rij tegels (die we zelf nog ergens op moesten halen!) en één brug. Je had er vrij

uitzicht tot aan de Twaalfmorgen en de Wethouder Venteweg. Er was nog geen Goudse

Hout die je het zicht ontnam. Dat was de start van Nieuw Leven, zo rond 1965. Het

weiland werd omgeploegd, maar vervolgens kon het regenwater niet meer weg. De

gemeente stelde takken en ander snoeimateriaal ter beschikking, dat dienst deed als

drainage. Dat werkte goed. Er was nog sprake van, dat het complex zou worden

verplaatst, maar dat is niet doorgegaan vanwege de hoge kosten.

De inrichting van het complex was een langlopend project, waarbij Kees als uitstekend

netwerker ‘avant-la-lettre’ veel heeft betekend. ‘De gemeente gaf toestemming om

huisjes op de tuinen te zetten, met een afmeting van 4×4 meter. Als tuinier moest je

voor de stenen fundering zorgen, daarna bouwde een bedrijf het huisje op, voor het

(voor die tijd) toch wel forse bedrag van f7000,–. De binnenkant moest je zelf afwerken.

Men vond deze huisjes echter wel erg klein om er met een gezinnetje in te verblijven.

Dus toen burgemeester en wethouders het park eens bezochten, werden zij uitgenodigd

eens binnen te kijken. En jawel, ze waren het ermee eens: voortaan mocht er 4×6 meter

worden gebouwd. Vandaar dat sommige huisjes een extra hoekaanbouw hebben, die is

er later tegenaan gezet. Dat was zo rond 1971’.

Vervolgens was er de roep om elektra in de huisjes. Dat was een probleem, want het was

de tijd van de zogenaamde Congocrisis, met als gevolg een tekort aan koper. ‘Men

experimenteerde daarom met de toepassing van aluminiumkabels. Dit experiment wilde

men in het Van Bergen IJzendoorpark uitvoeren. Kees en zijn collega’s bij het GEB

raadden dit af: ‘als het niet goed gaat werken, krijgen we problemen met de

burgemeester (die woonde in het Park)’. Kees kwam met het alternatief: ‘leg het aan op

Nieuw Leven! En aldus geschiedde. De kabels liggen er vanaf circa 1970, en functioneren

nog steeds zonder problemen. En zoals we ook niet willen dat de straat op ieder moment

op de schop gaat, werd tegelijk met de elektra de waterleiding in de sleuf gelegd, dit op

advies van de directeur van het waterleidingbedrijf, die een monteur stuurde om deze

klus te klaren. De watermeters kwamen nog weer later, toen bleek dat sommige

tuinleden in vergelijking met anderen wel erg veel water verbruikten.

Met de latere komst van de rondweg moesten de voorste tuinen wijken. Via de provincie

kregen we er daarom aan de andere kant een stuk grond bij, wat nu de Lijsterbeslaan is.

De huisjes moesten ook verplaatst. Dat gebeurde in de winter, toen de grond door de

vorst hard was, via een noodbrug. Voor het laatste huisje trad de dooi echter te vroeg in.

De dieplader zakte weg in de modder en kantelde met huisje en al, maar het geluk was

met ons: deze kantelde precies op de plek waar het huis moest komen! In die tijd werd

ook de achteruitgang gerealiseerd. De gemeente had het onzalige plan om een fietspad

dwars door het complex aan te leggen, maar door onze goede contacten is dat gelukkig

afgeketst. Als alternatief werd overeen gekomen dat het complex op zaterdag en zondag

werd opengesteld voor publiek’.

‘Maar daarmee waren we er nog niet. Voor de nieuwe Lijsterbeslaan moest er een brug

komen en elektra etc. worden aangelegd en dat geld was er niet. Door te onderhandelen

kreeg de vereniging een gift van f3000, – en een lening van hetzelfde bedrag, afkomstig

uit het budget van de rondweg. De verlichting langs de paden is afkomstig van

omvergereden lantaarnpalen van de gemeente. Kijk maar goed, ze zijn een stuk korter

dan die in de straat staan’.

Nog weer later werd door een makelaar een huisje gekocht als verjaardagscadeau voor

zijn vrouw. ‘Hij maakte geen geheim van de prijs. Toen vervolgens de begroting

behandeld werd in de gemeenteraad deed dat een gemeenteraadslid uitroepen dat er

“allemaal rijke stinkerds op dat park zaten, dus de huur kon flink omhoog”. Door een

actie van het bestuur waarbij eens werd geturfd hoeveel leden van een AOW of ander

laag inkomen moesten leven, kon dit gelukkig worden teruggedraaid’.

 

Wat was jullie reden of aanleiding om een tuin te nemen?

‘Als medewerker van een elektriciteitsbedrijf werd je vroeger verplicht om te verhuizen

naar de plaats waar het bedrijf zich bevond, je moest snel ter plaatse zijn om eventuele

storingen op te lossen, in dit geval Gouda. We kwamen allebei uit de Betuwe, dus waren

veel ruimte gewend. Maar toen kregen we een huis in de Max Havelaarstraat, zonder

tuin! Dus een volkstuin was dé oplossing’.

 

Wat is jullie specialiteit?

‘We hebben van alles wat, groente, fruit en bloemen. Zo hebben we jarenlang

netmeloenen gekweekt, onder zogenaamd platglas. Dat was veel werk en in de

supermarkt liggen ze nu voor een paar centen, dus daar zijn we mee gestopt. Ook

teelden we veel aardappelen. Nu groeien er tomaten in de kas. En wat betreft het

gebruik van traditionele middelen als carboleum en andere bestrijdingsmiddelen: dat

mag niet meer. Maar ja, wie wil er nu een vette slak in zijn sla? Daarom maken we nu

gebruik van een ingenieuze plastic kap rond de sla, waardoor de slakken deze onmogelijk

kunnen bereiken. En verder gooi ik bv. kroos uit de sloot op de tuin, dat is een goede,

natuurlijke meststof’.

 

Hebben jullie nog nieuwe plannen voor de tuin?

‘Nee hoor, we vullen ieder jaar weer de bakken met geraniums en we houden alles goed

bij. En we hopen hier nog zo lang mogelijk te blijven tuinieren’.

 

Vertel eens een leuk voorval/anekdote wat je meemaakte op de tuin.

‘Nou, dat hebben we niet direct paraat’. Maar op mijn vraag of Kees nog wel tijd had om

te tuinieren naast al zijn bestuurswerk, vertelt Corrie over die keer dat hij laat op de

avond nog niet thuis was van de tuin. Zij ging hem zoeken, ‘want ja, als hij in de sloot

terecht is gekomen met al dat veen, dan komt hij er niet zonder hulp uit. Maar nee: Kees

was gewoon in het donker het gras aan het maaien!’.

 

Wat zou de Vereniging verder voor je kunnen betekenen of wat kan jij voor de vereniging betekenen?

Kees is in al die beginjaren algemeen bestuurslid geweest en heeft zijn sporen dus al dik

verdiend in de ontwikkeling van ons tuinencomplex.

Maar hij heeft daarover nog wel een opmerking: zo zijn o.a. de originele bouwtekeningen

van de huisjes nog in zijn bezit. Het spijt hem dat het bestuur zo weinig belangstelling

heeft voor deze en andere documenten uit die beginjaren.

Corrie vertelt nog altijd enthousiast over de Pergamanocursussen, die zij al 17 jaar

begeleidt op Nieuw Leven, zij laat mij prachtige werkstukken zien. ‘Maar na dit jaar ga ik

er wel mee stoppen hoor. Ik ben dankbaar voor alles wat ik nog kan op mijn leeftijd’.

 

Ik bedank bij het afscheid Kees en Corrie voor hun boeiende verslag van de

ontstaansgeschiedenis van Nieuw Leven en wens hen er nog een mooie tijd toe.